Column Bas Kok | Landsmeer en Oostzaan: fuseer met Amsterdam

07 oktober

Al meer dan tien jaar spreken de gemeenten boven Amsterdam over fuseren. Onlangs ketste een ‘superfusie’ tussen Wormerland, Oostzaan, Landsmeer, Waterland en Edam-Volendam af. Gelukkig kwam het er niet van, want een dergelijk blok zou niet goed zijn voor de economie van Noord. De boven genoemde zelfstandige gemeenten staan – net als trouwens Zaanstad – al eeuwen met hun gezicht naar het noorden gericht – en met de rug naar Amsterdam. De hoofdstad vorderde niet ver in fusiebesprekingen met deze gemeentes. Niet helemaal onbegrijpelijk, want Amsterdam is groter en de vraag is of ze een boodschap heeft aan de oorspronkelijke dorpsidentiteit.

Fusieverkenner Bernt Schneiders, voormalig burgemeester van Haarlem en lang geleden ook van Landsmeer, verwacht dat de kleinere gemeenten nu kiezen voor Zaanstad of Purmerend. De optie met Amsterdam noemt Schneiders als allerlaatste, in zijn woorden: ‘een sprong in het duister’.

Voor Noord ligt hier zowel een kans als een bedreiging. Om met die laatste te beginnen: met een beetje pech kijken we boven ’t IJ straks tegen twee grote ruggen op: die van de gemeenten met Zaanstad/ Purmerend (300.000 inwoners) en die van Amsterdam bezuiden het IJ (800.000 inwoners). Daar tussenin ligt dan Amsterdam Noord als Luxemburg tussen Frankrijk en Duitsland. Een mini-staatje dat weinig in de melk te brokkelen heeft. In Amsterdam krijgt de Zuidkant van de stad doorgaans de miljarden voor grote infrastructuur. Dan gaat er nog een beetje naar de (zuid-)oostkant. Boven het IJ komen de kruimels terecht. Daarom hebben we hebben we hier slechts twee metrohaltes en geen enkele tram. En nul NS-stations waar andere stadsdelen er twee of drie hebben. De bruggen over het IJ… ach, ik leg het niet meer uit.

In de strijd om de gemeentelijke, provinciale en rijks-miljarden hebben de stadsdelen ten zuiden van het IJ niks te duchten van Noord. Boven het IJ ligt weliswaar dertig procent van het grondgebied, maar slechts twaalf procent van de inwoners en een fractie van de zakelijke bedrijvigheid. Stadsdeel Noord is in 2014 als zelfstandige bestuurslaag afgeschaft, en VEBAN kan voor een kleine groep ondernemers lastig een vuist maken.

Daarom is het van belang dat Noord samengaat met gemeentes als Landsmeer – en wellicht ook Oostzaan en Waterland. Geografisch is dat het meest logisch, want deze plaatsen zijn al een halve eeuw vastgegroeid aan Amsterdam Noord. De overkant van het IJ heeft hun kritische massa nodig, zowel qua inwoners en bedrijvigheid als qua grondgebied. Met Landsmeer en Oostzaan komen er ruim 20 duizend inwoners bij plus zo’n 3500 bedrijfjes. Dat zijn – ondanks de rijkelijk aanwezige weilanden – nauwelijks nog boerderijen. Het gros zit in de zakelijke dienstverlening, financiële diensten en ICT. Sluit goed aan op de Amsterdamse economie. Er komt een groot oppervlakte bij dat grenst aan de ring A10, wat het soortelijk gewicht van de stad meer naar Noord trekt. In Landsmeer zijn ondernemers al jaren sterk gericht op Noord en op Amsterdam. Leuk weetje: de gemeentegrens van Landsmeer ligt precies 5 kilometer van de Dam en is van alle hoofdstedelijke buurgemeenten het dichtste bij de Dam.

Landsmeer en Oostzaan zullen sowieso een kleine gemeente worden in een groter geheel. Laat ze dan het voordeel plukken van dat wereldberoemde etiket Amsterdam. Kunnen ze eindelijk op tegen Purmerend en Zaanstad.