Column Bas Kok | Van Gogh Museum naar Noord
Afgelopen zondag was ik weer eens in het Van Gogh-museum. Al meer dan vijftien jaar was ik daar niet geweest. Zo geef ik een traditie vorm van Amsterdammers die hun grote toeristentrekpleisters zelden bezoeken. Parool-columnist en geboren Amsterdammer Sylvia Witteman bekende onlangs dat ze nog nooit in het Anne Frankhuis is geweest. Daarna volgde op de socials een stortvloed van Mokummers die nooit een stap hadden gezet in het Concertgebouw, Stedelijk Museum, Stopera, Carré, Stadsschouwburg (ITA) enz.
Terug naar het Van Gogh. Mijn herbezoek viel me niet mee. Kaartje een week van tevoren gereserveerd, zenuwachtig of we het tijdslot zouden halen, een lange rij met veel toeristen – maar we kwamen erin.
Het museum zelf is en blijft een Gerrit Rietveld-icoon. Van de buitenkant dan. Van binnen is het niet geknipt voor museum. Vloeren zijn een schaars goed in dit gebouw, want Rietveld hield van open ruimte en vides. Doordat de wanden met schilderijen grotendeels aan de buitenschil van het gebouw zitten, mist het pand raampartijen die moderne architectuur normaal gesproken licht, lucht en ruimte verschaffen. Het Van Gogh museum is verrassend donker.
Gelukkig is daar het kleurrijke werk van Vincent en zijn tijdgenoten als licht in de duisternis. Toeristen drommen ondanks hun gespreide tijdslot in kluitjes langs de schilderijen.
Sinds een tijdje is er gesteggel tussen de overheid en het museum. De directie van het Van Gogh eist van het Ministerie van OCW meer dan 200 miljoen euro extra bovenop de jaarlijkse rijkssubsidie van 8,5 miljoen per jaar. Zo niet, dan moet het museum in 2028 sluiten, dreigt de museumdirectie.
In Noord-Brabant – waar schilder Vincent zijn roots heeft – ruiken ze de kans. “Als het museum in Amsterdam bijna omvalt, willen wij het met open armen ontvangen,” klinkt het vanuit de gemeenteraad van Eindhoven. In de lichtstad schijnt een serieuze en kapitaalkrachtige lobby (lees: Brainport/ ASML) op gang te zijn gekomen. Het Van Gogh naar Eindhoven zal zeer lastig worden, want de erven van Gogh hebben in 1973 bij het ter beschikking stellen van de kunstwerken, de afspraak gemaakt dat de collectie in hoofdstad Amsterdam blijft.
Maar toch: verhuizen is serieus aan de orde. Het gebouw is te klein, in slechte toestand en de collectie komt er niet volledig tot zijn recht. Bovendien ligt het aan een plein waar extreme toeristische overbelasting bestaat.
Dat brengt mij op Amsterdam Noord. Om precies te zijn bij het nog in te vullen cultuurcluster aan het Buikslotermeerplein. Gewoon in Amsterdam dus. Maar dan in een wijk waar van overbevolking geen sprake is. Op het BovenIJ kunnen ze juist wel wat toeristen gebruiken. Het goede nieuws: die plek ligt met de Noord/Zuidlijn op ongeveer 12 minuten van de Dam. Dat is vergelijkbaar met de reisafstand van de Dam naar het huidige Van Gogh. Voordeel is dat de toeristen zich richting Noord niet in trammetjes hoeven te proppen. Met de ruime Noord/Zuidlijn suist de metro naar het nieuwe Van Gogh. De drukte op het Museumplein zal afnemen, de gezelligheid op het Buikslotermeerplein toenemen.
In een nieuw, groot en mooi gebouw zal het werk van Vincent stralen als een zonnebloem.


