Column Bas Kok | Zaandam – Amsterdam als succesduo

28 oktober

Onlangs mocht ik spreken op een bijeenkomst in de Zaanstreek. Onderwerp: de verhouding tussen Zaanstad en Amsterdam. In een fraaie houten kerk te Westzaan ging ik in gesprek met oud-Zaanstreek-burgemeester Peter Tange.

Tijdens mijn voorbereiding besefte hoe weinig ik van Zaanstad weet. In mijn jonge jaren kwam ik een keer per jaar bij warenhuis Wastora. Op de sportafdeling liepen op zaterdag AZ-voetballers rond als verkoper. Hugo Hovenkamp en Peter Arntz – later Oranje-internationals – hielpen klanten in de kicksen . Eens per jaar Wastora, dat was voor mij Zaandam.

In vroeger eeuwen vormden de Zaanstreek en Amsterdam een onverslaanbaar duo. Amsterdam had de haven, de handel en het gogme, Zaandam produceerde met talloze windmolens alles wat je kon bedenken. Schepen, karrevrachten voedingswaar en nog veel meer. Het hoorde tot de belangrijkste industriesteden van de wereld. Tot en met de negentiende eeuw bleef de Zaanstreek een powerhouse.

In de twintigste eeuw zakte de boel in. Amsterdam keerde zijn rug naar het IJ, de wisselwerking met Zaandam werd minder. De hoofdstad stampte het westelijk havengebied uit de grond. Die werd groot met Zaanse zaken. Hout, cacao en olie – om er een paar te noemen. De Amsterdamse haven is nu een van de grotere van Europa.

Sinds 1877 heet het illustere IJ ter hoogte van de Zaanstreek ‘Noordzeekanaal’. Tegenwoordig is Zaanstad niet langer een werkstad maar een forenzenplaats. Er is nog geen halve baan per inwoner terwijl dat in Amsterdam ongeveer één per inwoner is. De haven van Zaanstad ligt een paar honderd meter van het westelijk havengebied, maar strijdt met die van Texel om plek 13 of 14 van Nederland.

Het vreemde aan dit alles is: van alle steden ligt Zaandam het dichtst bij Amsterdam. Dichterbij dan Haarlem, Weesp en zelfs dichterbij dan Amstelveen. Die steden plukken vele vruchten van de hoofdstad. Richting Zaandam waait vooral de vuile lucht van Westpoort en het vliegverkeer van Schiphol.

Die avond reisde ik met een licht ongemakkelijk gevoel af naar de Zaanstreek. Floreert Amsterdam ten koste van Zaandam? Dat westelijk havengebied van 3 bij 8 kilometer maakt een normale verbinding naar de hoofdstad bijna onmogelijk. Tot op de dag van vandaag is er behoudens de Coentunnel geen directe autoweg van Zaanstad naar Amsterdam. De enige brug – de Hembrug – werd in 1983 gesloopt. Vervangen door een treintunnel. Waarom werd dat eigenlijk geen fietsbrug? Tussen Zaanstad (170 duizend inwoners) en Amsterdam (900 duizend) ligt welgeteld één direct fietspad. Tussen Amstelveen (95 duizend) en Amsterdam zijn dat er ongeveer tien.

Tegen de zaal zeg ik: “Amsterdam en Zaanstad staan met de ruggen naar elkaar toe.”

Dat de woonwijken van Zaanstad en Amsterdam minstens twee kilometer afstand van elkaar houden, zegt veel. Bij andere buurgemeenten bedraagt die afstand vaak amper tweehonderd meter. Daar heeft de Zaanstreek ook zelf aandeel aan, blijkt tijdens de avond. Ze worden graag met rust gelaten en richten de blik liever niet naar buiten. Dat is jammer. Het verleden bewijst dat de combinatie van Amsterdamse verbeelding en Zaanse daadkracht een ijzersterk duo vormt.

Daarom stel ik voor dat deze twee steden weer elkaars nabijheid gaan zoeken. Leg een metrolijn van station Noorderpark naar Zaanstad. Reconstrueer de iconische Hembrug voor langzaam verkeer. Bouw een gezamenlijke woon-werkwijk in de Achtersluispolder bij de NoorderIJ-plas. De economie van beide steden zal de lachende derde zijn.