Column Bas Kok | GVB garage veroorzaakt impasse Klaprozenbuurt
Laatst was ik bij een ondernemersbijeenkomst in de Klaprozenbuurt – ooit industriegebied Noord 3. Net als bijna alle bedrijventerreinen van Noord, ondergaat dit een transformatie. Het bekende verhaal: wonen, werken en recreatie gaan mengen. Industriële bedrijvigheid moet weg, kleinschalige en ambachtelijke nijverheid kan blijven mits het zich voegt binnen de normen voor geluidoverlast en milieu. En op voorwaarde dat het een soms wel drie keer hogere huur kan opbrengen.
Deze transformatie is al meer dan tien jaar geleden aangekondigd en de aanwezigen (een stuk of twintig) kwamen realistisch, constructief maar ook wat gelaten op mij over. Ondernemers die eigenaar van een bedrijfspand zijn, krijgen alle kans om een waardevoller pand te bouwen. Bedrijfjes die alleen huurder zijn – de meesten – moeten zelf maar kijken op welke wijze ze zich een nieuwe positie bemachtigen in het gebied. Anders kunnen ze hun biezen pakken. Gelukkig lukte het bijvoorbeeld autowerkplaats Appie en Sen om vlakbij onderdak te vinden. Maar lang niet alle huurders hebben een alternatief plan klaar. Omdat het initiatief voor nieuwbouw bij de vastgoedeigenaren ligt, kan de gemeente geen duidelijkheid geven of een pand over een jaar gesloopt wordt of misschien nog vijf jaar blijft. Onduidelijkheid volop dus, niet de favoriete omstandigheid voor ondernemers.
Toen kwam ook nog eens het probleem van ‘netcongestie’ ter sprake. Ik moest een paar keer prakkiseren over dat woord, maar voor de aanwezige ondernemers leek het een term als, zeg, ‘voordeur’, ‘telefoonaansluiting’ of ‘parkeerplaats’. Ze kampen allemaal met de file op het elektriciteitsnet. In de Klaprozenbuurt van de toekomst wonen en werken straks veel meer mensen. Deze groeiende vraag naar stroom is door de netbeheerder niet leverbaar. Dus ontstaat straks misschien de situatie: hogere huur, minder stroom.
De ironie van de bijeenkomst zat in de staart. De grootste werkplaats en garage van de buurt is het GVB. In de oorspronkelijke plannen zou deze grootverbruiker van ruimte (twee voetbalvelden) én energie het gebied verlaten. Maar het lukte de gemeente niet om voor het GVB een alternatieve locatie te vinden. Dus besloot het busbedrijf gewoon te blijven zitten, en zelfs uit te breiden op deze locatie. Dat gaat ten koste van zeker vijfhonderd woningen en veel bedrijfsruimte. Bovendien stagneert het tegenover liggende woonkavel hierdoor. Wie wil er wonen aan een buscentrale met af- en aan rijdende autobussen? Speciaal voor deze bussen moet een weg langs het woonbotendorp van Zijkanaal I worden aangelegd, wat overlast geeft en wederom minder woningbouw toelaat. Tot overmaat van ramp is het GVB er als de kippen bij voor nieuw energiecontract met de netbeheerder. Het GVB zal er meer bussen gaan stationeren die bovendien elektrisch zijn. Als de gemeente niet snel intervenieert, slurpt het GVB alle stroom op.
Het is een gotspe: bijna alle werkplaatsen en garages trekken aan het kortste end, maar de grootste garage mag blijven met de garantie van oneindig veel stroom. Zo duwt de GVB-busremise een hele woon- en werkwijk naar de rand van de impasse. Het GVB moet zich serieus afvragen of dit past binnen maatschappelijk verantwoord ondernemen. En de gemeente moet alsnog z’n uiterste best doen een geschikte plek te vinden voor deze enorme busgarage – die uiteraard eenvoudig te verhuizen is naar de loze ruimte van het Coentunnelcircuit.