Tjeerd Schulting – Damen Shiprepair Amsterdam
Damen Shiprepair Amsterdam is lid van zowel ORAM als VEBAN. ORAM en VEBAN onderzoeken op dit moment de mogelijkheden voor een fusie. Graag delen we daarom onderstaand bericht van ORAM over Damen Shiprepair.
Wij stellen graag onze leden aan je voor. Vandaag maak je kennis met Tjeerd Schulting, Managing Director van Damen Shiprepair Amsterdam. “Wij zijn al 105 jaar bezig met scheepsreparatie en blijven continu innoveren om onze klanten de beste service te bieden.”
FOTO BAS CZERWINSKI
Wie ben je als mens en waar werk je?
‘Ik ben Tjeerd Schulting en ik ben Managing Director van Damen Shiprepair Amsterdam en Niron Staal. Vijfentwintig jaar geleden begon ik hier als student scheepsbouwkunde en inmiddels ken ik alle afdelingen binnen ons bedrijf. Damen is de vierde eigenaar waarvoor ik dit werk doe, maar onze werf is al 105 jaar actief in scheepsreparatie. We zijn een gedreven organisatie die ervoor zorgt dat schepen zo snel en veilig mogelijk weer kunnen varen. Kwaliteit en efficiëntie staan daarbij voorop.
Naast mijn werk heb ik ook een persoonlijke connectie met dit bedrijf: ik heb mijn vrouw hier leren kennen en in het weekend zijn we met onze kinderen vaak op het water. Ik maak boten of ik vaar ermee – dit is mijn wereld.’
Waar ben je trots op?
‘Ik ben elke dag trots op ons bedrijf. We doen het uitzonderlijk goed en dat blijkt uit onze klantwaardering van 8,6. Wat ons onderscheidt, is dat we bewust een jonge groep medewerkers als eerste aanspreekpunt voor onze klanten hebben. Hun frisse blik en enthousiasme zorgen ervoor dat we openstaan voor nieuwe ideeën en klantgerichte oplossingen.
Onze aanpak is vraaggestuurd: de klant stelt een vraag, ons team vormt een projectgroep en samen werken we naar een oplossing. Daarbij hebben we een hechte samenwerking met de scheepsbemanning, die hun schip door en door kent. Elk schip dat hier ligt, is volledig bemand – dat maakt het extra belangrijk dat we als partners samenwerken.’
Wat is een belangrijk leermoment voor jou?
‘Wij zijn continu bezig met innovatie. Toch zijn veel werkzaamheden, zoals lassen en timmerwerk, nog steeds handwerk. We bezoeken regelmatig beurzen en experimenteren met nieuwe technologieën, maar niet alles is direct praktisch toepasbaar. We kennen de schepen die hier komen niet, elk hoekje is uniek. Ondanks alle moderne apparatuur blijft een groot deel van ons vakmanschap ambachtelijk – sommige handelingen zijn nog precies hetzelfde als honderd jaar geleden.’
Waar kunnen bedrijven en leden voor bij jou terecht?
‘Ik geloof sterk in samenwerken binnen de regio. Hoe dichterbij, hoe beter. ORAM speelt hierin een verbindende rol, vooral voor het Noordzeekanaalgebied. Onze klanten komen uit de hele wereld, maar veel van onze leveranciers en partners zijn lid van ORAM.
We hebben bijvoorbeeld al bijeenkomsten georganiseerd op onze werf, en het is goed om op een laagdrempelige manier met elkaar in contact te blijven. Veel bedrijven uit het Noordzeekanaalgebied werken hier dagelijks. We zijn een belangrijk onderdeel van het havenecosysteem en ik sta altijd open voor nieuwe samenwerkingen.’
Hoe ben je bij ORAM terechtgekomen?
‘Damen en de vorige eigenaren van onze werf zijn al decennialang aangesloten bij ORAM en de havenbranchevereniging SIVN, waaruit ORAM is voortgekomen. Voor mij persoonlijk gaat die band al 25 jaar terug.’
Welke trend(s) zie je?
‘Mensen beginnen zich steeds meer te realiseren hoe belangrijk de maritieme maakindustrie en de zeehaven zijn voor onze economie en samenleving. De coronapandemie heeft dat besef versneld. Veel mensen staan er niet bij stil dat 90% van de producten in winkels via de haven komt.
Dat bewustzijn groeit, mede door geopolitieke ontwikkelingen en de energietransitie. Waar onze sector vroeger wat onderbelicht was, merk ik nu dat mensen enthousiast reageren als ik vertel dat ik bij Damen werk. De waardering voor onze industrie keert terug, zoals bij de recente doop van een marineschip door prinses Amalia.
Dankzij organisaties als ORAM groeit het inzicht dat een werf niet alleen commercieel belang heeft, maar ook essentieel is voor militaire veiligheid, duurzaamheid en de circulaire economie. Wij faciliteren de energietransitie en werken aan zelfredzaamheid in Nederland en Europa. Die erkenning is een positieve ontwikkeling voor onze sector.’