Gastcolumn Bas Kok: de gesloten schatkamers van Noord

06 juni

Een jaar of tien geleden ontdekte de museumwereld Noord. EYE sprong als eerste grote ‘cultuurhübscher’ het IJ over. Het postmoderne museumgebouw landde in 2012 met een elegante afsprong op de oever. Later volgde het depot van het filmmuseum aan de Asterweg – ook een aanwinst. De zwarte doos met oversized oog verschaft de industriële Asterweg ‘a touch of Hitchcock’. De glazen studiezaal geeft ’s lands grootste verzamelplaats van filmblik een uitnodigende uitstraling.

Depots zijn sowieso leuk. In het internationale museumland is de ontwikkeling dat dependances, reizende exposities en open depots vaak spannender zijn dan de echte cultuurpaleizen. Daarom juichte ik stilletjes toen ongeveer in dezelfde tijd als het filmmuseum ook het Amsterdam Museum met haar depot het IJ overstak. Het Collectiecentrum van het vroegere Amsterdams Historisch herbergt zo’n 100.000 voorwerpen, van antiek tot modern. Op een kavel ter grootte van een voetbalveld ontwierp toparchitect Wim Quist een uit rood baksteen opgetrokken gebouw. Het toepasselijke adres aan de Back-Upstraat opende in 2011. Het pronkt op een fraaie flank van het IJ. Al voor de opening fietste ik er omheen – bij het zien van de uitgestrekte tuin sloeg mijn fantasie op hol. Ik zag een boardwalk voor me waarin de toevallige passant langs vitrines met museaal straatmeubilair kon lopen. Die oude PTT brievenbus en een blauwe girobus. De eerste parkeerpaaltjes van de grachtengordel naast klassieke Amsterdamse lantaarnpalen.

Een beetje verbaasd constateerde ik dat het Collectiecentrum nauwelijks raamopeningen kreeg richting het aldaar majestueuze IJ. Na de opening in 2011 volgde een stilte die nu al tien jaar duurt. Nooit zag ik er een mens naar binnen of buiten gaan. Dat het befaamde museum er een locatie heeft, is aan de buitenkant nauwelijks te zien – het depot staat er incognito. De met onkruid overwoekerde tuin is afgesloten met een streng hek – en oké: een antiek scheepsanker.

Een jaar of tien geleden vestigde ook NEMO haar depot in Noord. In de berichtgeving viel het woord ‘dependance’. Educatieve activiteiten voor kinderen, was de bedoeling. Als bewoner van De Bongerd, waar het NEMO-depot ligt, snapte ik de succesfactor. Goed-bereikbare-locatie-in-meest-kinderrijke-stadsdeel-Amsterdam-bij-NDSM. Behoudens de obligate openstelling tijdens het jaarlijkse Weekend van de Wetenschap, zitten de poorten van het depot 363 dagen per jaar potdicht. Aan de Klaprozenweg, een van de drukste stadstraten van Noord, brandt het licht al vele jaren nauwelijks. Extra jammer voor een depot dat onder meer de collectie van het Energia-museum huisvest.

Sinds anderhalf jaar telt Noord een ander nieuw cultuurdepot. Ten westen van NDSM, wederom op een vrij prominente plek in de hoofdstraat van het Cornelis Douwesgebied. Het Stadsarchief uit De Bazel herbergt hier 45 kilometer archiefplanken in een gebouw van drieduizend vierkante meter. Een kantoorgebouw van die omvang telt driehonderd medewerkers, hier werken twee of drie personeelsleden. Slechts twee keer per dag hoeft een busje er archiefstukken op te halen. De massa gematteerde ramen en gevelplaten, biedt nergens een glimp op de inhoud. De grootste bezitter van historisch hoofdstedelijk beeldmateriaal volstaat met blinde gevels. Het pand van het Stadsarchief is zeer duurzaam, bijna non-existent.

Waarom liggen deze depots als dooie pieren binnen de ring aan het IJ? Waarde toevoegen aan de stadsomgeving hoort immers ook bij maatschappelijk verantwoord ondernemen. Drie van de vier cultuurdepots boven het IJ parasiteren op mooie ruimte in Noord. Ze zijn voor bezoekers verboden en betekenen niets voor inwoners en middenstanders. Ze onttrekken werkgelegenheid en levendigheid aan Noord. Zelfs de toevallige voorbijganger wordt niet een kort momentje blij van een blik op een van de kunstschatten. Culturele bunkers die slechts komen ‘halen’ maar niets brengen, passen in de duinen of Flevoland.

Rotterdam opent in november het nieuwe spectaculaire depot van Boijmans van Beuningen. Volledig publiek toegankelijk, je kunt er elke dag meekijken naar conservering en restauratie. Beste wethouder Touria Meliani, laat uw Noord-hart spreken en vraag deze depots om hun verantwoordelijkheid voor hun directe omgeving te nemen. Wie publieke schatten herbergt is schatplichtig.