Gastcolumn Bas Kok: stop de hotelstop (in Noord)

07 oktober

‘Bloedbad in Amsterdamse hotellerie’ kopte Het Parool onlangs. Corona blijkt voor een deel van de Amsterdamse hotels een fataal virus. Als de overheidssteun straks wegvalt zal naar schatting tien procent van de meer dan 400 bestaande hotels (ongeveer 60.000 bedden) failliet gaan. Treurig nieuws, al zal deze klap in Noord beperkt zijn. Boven ’t IJ staat nog geen drie procent van de hoofdstedelijke hotels.

Wat in de late middeleeuwen veelbelovend begon met herberg Het Tolhuis, leidde niet tot een omvangrijk assortiment hotels. Het Galaxy (nu: NH Hotel) bij het Mosplein waagde rond 1990 als eerste de sprong over het IJ. Een paar jaar later volgde Bastion op de kruising Purmerweg-Waddenweg. Daarna werd het heel lang stil. Pas de laatste tien jaar groeide boven ’t IJ enig hotelaanbod. Denk aan Brooklyn op NDSM en Clinq en Sir Adam op Overhoeks. Plus natuurlijk de vrij recent opgeleverde aanwinsten als YOTEL en Holiday Inn. Vooralsnog zitten deze hotels geconcentreerd om en nabij het IJ. Boven de Waterlandse zeedijk en aan de tien kilometer lange A10 Noord heeft ons stadsdeel, met uitzondering van Bastion, vooralsnog geen hotels. Gelukkig staan er twee hotels in de planning op Gare du Nord bij het Buikslotermeerplein.

Laten we duimen dat geen van de Noordse hotels omvalt. Het zijn onmisbare steunpilaren van onze lokale economie. Hotels maken gebruik van personeel en leveranciers uit de buurt. Elke hotelkamer is goed voor een halve arbeidsplaats. Ze verschaffen precies het type werkgelegenheid waar Noord behoefte aan heeft. Technisch onderhoudspersoneel, receptie, schoonmaak- en keukenpersoneel, gastenontvangst, housekeeping en restaurant- en keukenpersoneel.

Laten we trouwens stoppen met het bashen van toeristen en hotels. Behalve werkgelegenheid geven hotels en toeristen een kapitaalinjectie aan de lokale middenstand. Hotelgasten geven hun geld in lokale winkels uit. Zo stimuleren ze (het behoud van) horeca, winkels en buurtvoorzieningen.

Een aantal buurten van Noord heeft keihard grote, hoogwaardige hotels nodig. Uit de meest recente ‘rapportage Ontwikkelbuurten’ (buurten met ernstige armoedeproblematiek) blijkt namelijk dat Noord maar liefst 7 officiële probleemwijken heeft. Molenwijk, Banne Noord en Banne Zuid, Vogelbuurt, Volewijck, Kleine Wereld/ Buikslotermeer en Waterlandpleinbuurt. Voor de goede orde: de andere stadsdelen binnen de Ring hebben niet één officiële ontwikkelbuurt.

Noordse ontwikkelbuurten als Molenwijk, Waterlandplein en de Banne hebben geen van alle ook maar één hotel in de omgeving. Wel hebben ze alle drie een problematisch winkelcentrum dat kampt met leegstand, inbraak en een eenzijdig winkelaanbod. Buurten met hoge werkloosheid, weinig koopkracht en een gebrek aan toeristen. In de Rapportage Ontwikkelbuurten oppert de gemeente een paar curieuze oplossingen: “Verduurzaming van de woningen en meer groen”.

Nou, dat gaat zoden aan de dijk zetten.

Ik stel een fundamentelere aanpak voor: bouw in de ontwikkelbuurten minstens een groot hotel. Het winkelcentrum Molenwijk schreeuwt om een extraverte hoteltoren bovenop die bunker met blinde gevels. Voor het lege grasveld naast het Waterlandplein geldt hetzelfde. Idem dito voor het al jaren leegstaande winkelcentrum Parlevinker in Banne Noord. Eindelijk zullen er toeristen rondlopen in deze ontwikkelbuurten, wat de sociale veiligheid vergroot. Het grandcafe-restaurant van zo’n hotel biedt de nu nog ontbrekende vergaderruimte en werkplekken voor niet-arme buurtbewoners en zzp-ers – want die wonen er natuurlijk ook.

“Meen je dit nou echt?” klinkt het steevast als ik dit opper. “Het laatste dat we nu nodig hebben zijn nieuwe hotels. Er zíjn helemaal geen toeristen meer. Laten we hotels ombouwen tot woningen!”

Mensen, mag het minder kortzichtig en doorzichtig? Als de coronaepidemie zich terugtrekt, keren de toeristen geleidelijk terug. De prognose van de hotelbranche zegt dat de markt in 2023 is hersteld. Tegen die tijd heeft Amsterdam weer net zo veel toeristen als in 2019. Alleen: er zijn dan zo’n 6000 hotelkamers verdwenen…

Laten we de coronaklap aangrijpen om korte metten te maken met de scheve verdeling van hotels. Verdwenen hotels in Centrum, Zuid en andere toeristenbuurten keren niet terug. In plaats daarvan bouwen we, zeg 3000 van de 6000 verdwenen bedden terug rond de winkelcentra van ontwikkelbuurten. Zo is de gemeente op z’n minst gedeeltelijk verlost van overtoerisme in de toeristenbuurten. En hebben de arme wijken van Noord er 1500 arbeidsplaatsen bij.

Dan moet er wel één serieus obstakel uit de weg geruimd: de in 2016 ingestelde hotelstop van de gemeente Amsterdam. Deze had toch al weinig effect op het centrum omdat aangrenzende gemeentes als Amstelveen, Oostzaan, Badhoevedorp en Diemen opeens de hotels neerzetten die Amsterdam verbiedt. Beperk de hotelstop tot stadsdelen met een groot aandeel hotels, maar hef hem voor Noord op. Da’s een betere remedie voor een arme ontwikkelbuurt dan nog een extra groentje en plantsoentje.