Gastcolumn Bas Kok: Amsterdams Akkoord mag overboord

15 juni

Amsterdam heeft sinds kort een nieuw College. In het Amsterdams Akkoord lezen we de plannen van de Stopera voor 2022 – 2026. Wat betekent dit voor ondernemers in Noord?

Schot voor de boeg: ik word er niet blij van. De coalitie van D66, Groen Links en PvdA houdt de bestaande verhoudingen onveranderd. De Amsterdamse economie boven het IJ blijft een stiefkindje.

Al sinds de ondergang van de scheepswerven in de jaren tachtig van afgelopen eeuw, is de werkgelegenheid van Noord aangetast. De gemeente deed destijds nauwelijks moeite om onze lokale economie te herstellen. De laatste jaren draait de stad de duimschroeven zelfs verder aan. Door het sluiten van industrieterreinen verdwijnen bedrijven. Ervoor in de plaats komen woonwijken met beperkte werkgelegenheid.

Noord heeft op een kwart van het Amsterdams grondgebied amper 4 procent van de kantoren. Een absurd percentage, zeker als je beseft dat kantoorarbeid tegenwoordig de belangrijkste vorm van werkgelegenheid is. Ondanks dit tekort spreekt het nieuwe college niet de wens uit de kantoorwerkgelegenheid in Noord te verbeteren. Vier jaar na oplevering van de Noord/Zuidlijn is rond de haltes geen enkel nieuw kantoor in aanbouw.

Ook hotels – met bijbehorende werkgelegenheid en toeristeneconomie – zijn in Noord sterk ondervertegenwoordigd. Er openden enkele nieuwe hotels, maar het is een fractie vergeleken met de andere kant van het IJ. Het nieuwe akkoord wil deze ongelijke verdeling handhaven. De hotelstop blijft van kracht in alle stadsdelen, terwijl de winkelcentra in Noord (denk aan Molenwijk, Waterlandplein en de Banne) inkomsten van toeristen hard nodig hebben. Bouw in deze hotelloze achterstandswijken enkele grote toeristenaccommodaties als kapitaalinjectie met bijkomende werkgelegenheid.

Het Amsterdams Akkoord bestempelt Noord als een arm stadsdeel – wat klopt met de feiten. Maar de zogenaamde ‘Aanpak Noord’ is erop gericht arme inwoners op hun plek te houden. Er wordt buurtgericht en gebiedsgericht geïnvesteerd in begeleiding, cursussen, thuishulp en schuldhulpverlening. Arme noorderlingen hoeven het stadsdeel niet uit. Dit vertoont trekjes van ontwikkelingshulp of ‘opvang in eigen regio’, een beetje kleinerend. Op de woningmarkt kunnen arme Noorderlingen gebruik maken van een nieuwe voorrangsregeling en ‘terugkeergarantie’ in eigen buurt. Dat lijkt sociaal maar als we hulpbehoevende bewoners gijzelen in hun buurt, krijgt sociale mobiliteit minder kans. Dat terwijl aansprekende educatieve en culturele instellingen bijna zonder uitzondering in meer kansrijke stadsdelen staan.

De economieparagraaf bevat nog zo’n averechtse vondst. De gemeente wil de buurteconomieën versterken door een lokale digitale munt in te voeren. Opdat er meer geld in de buurt blijft. Maar het probleem van Noord is nou juist dat lokale inwoners dat geld niet hebben. Met die digitale munt zorgen we ervoor dat rijke inwoners van Zuid en Centrum hun lokale geld niet in Noord uitgeven.

Het is illustratief voor dit coalitieakkoord. Dan heb ik het nog niet gehad over bereikbaarheid. Noord is vooral met de auto redelijk bereikbaar. Juist die mogelijkheid zal door parkeerbeleid en verkeersmaatregelen minder goed worden. De fiets gaat de hoofdrol spelen maar Noord is voor fietsend personeel slecht bereikbaar. Dan is het extra kwalijk dat de Sprong over het IJ niet meer voorkomt in de plannen. Dit akkoord is visieloos en heeft Noord niets te brengen, het mag overboord.